Beloftewereldkampioen Ryan Kamp viel tussen de profs nog niet uit de top tien, en kon zich in de Superprestigeopener in Gieten vooral ook optrekken aan z’n goeie gevoel.
Zesde, negende en zesde: de uitslagen van Ryan Kamp dit seizoen in de profcrossen van Lokeren, Kruibeke en Gieten zouden een kijker doen vergeten dat onze Nederlander geen geroutineerde prof is die al jarenlang in het veld meedraait, maar eigenlijk nog altijd maar een broekje van negentien jaar. Toch sloot Ryan naar eigen zeggen pas in Gieten voor het eerst af met een goed gevoel: “Ik was naar mijn gevoel in Gieten dubbel zo sterk als de voorbije weken”, analyseerde Ryan zijn recentste cross.
“De vorige weken kwam het er naar mijn gevoel nog niet echt uit. Er waren natuurlijk toptienplaatsen, maar ik voelde me niet helemaal lekker. Qua uitslagen was het al goed, maar qua gevoel kon het nog beter. In Gieten was het dan wel een zelfde uitslag, maar mijn gevoel was echt beter. Het was de eerste dag dit seizoen dat ik echt op de ‘macht’ kon rijden, zoals ik normaal rijd. Technisch was ik goed, en het was ook een perfect rondje voor mij: redelijk wat lopen, bergop, … Ik ben altijd op m’n best in de ‘old school’ crossen.”
Op je negentiende meestrijden tussen bekende namen uit het veldrijden, het moet wat met je doen. “Dat geeft wel moraal, ja. Als je enkele ronden bij Eli en Laurens in de buurt kan rijden, en daarna met andere profs aan het knokken bent, dan is dat mooi. Ik probeer altijd constant te rijden, of het nu een beloftecross of een elitecross is, maar natuurlijk ben ik wel steeds meer naar die elitecrossen aan het toegroeien, dus het is wel zaak om daarin steeds beter te worden. En dat is wel aardig aan het lukken. Ik heb absoluut het gevoel dat ik weer een stap vooruit heb gezet: er zit veel meer ‘macht’ in.”
Zijn regenboogtrui als beloftewereldkampioen heeft Ryan tot dusver helaas nog niet in het veld kunnen tonen, want tussen de profs rijdt hij in onze gewone Doltcini-merkentrui. “Het EK wordt de eerste cross tussen de beloften. Dat wordt anders. Nu kan ik de profs volgen, als je bij de beloften rijdt niet. Dan moet je weer zelf de koers maken. Maar als je goed bent, dan ben je goed, dus dat maakt niet zoveel uit. Ik wil uiteraard goed zijn op het EK, maar ik probeer vooral op het einde van het seizoen écht goed te zijn. Het WK is hét hoofddoel. Hopelijk halen we dat in deze tijden van Covid-19.”